Páginas

zondag 4 januari 2015

Overzicht van de wilde orchideeën die voorkomen in het Cantabrisch Gebergte.

This post in English: Click here.



Deze post is geschreven met de bedoeling om een gedetailleerd overzicht te geven een groot aantal wilde orchideeën die voorkomen in het Cantabrisch Gebergte (Cordillera Cantábrica in het Spaans) van Noord-Spanje. Ten minste, van die soorten die ik het afgelopen jaar heb weten te fotograferen. Van veel soorten is er tevens een foto bijgevoegd, niet alleen ter verluchtiging van deze post, maar vooral om de grote verscheidenheid te illustreren. Het overgrote deel is gedetermineerd rondom mijn woonplaats Cistierna in de provincie León, hierbij inbegrepen een flink aantal die er volgens de officiele literatuur niet eens behoren voor te komen. Zo zie je maar wat een grondig onderzoek allemaal aan het licht kan brengen. De soortnamen zijn aangegeven in oranje en de geslachtsnamen in magenta.

LEES VERDER EN GENIET VAN DE FOTO´S.



Cephalanthera rubra
Epipactis bugacensis
Epipactis palustris
Epipactis helleborine
Limodorum abortivum

Epipactis atrorubens

De flora van Spanje is zeer uitbundig en dat geldt zeker ook wat betreft de wilde orchideeën. Alleen al in het Cantabrisch Gebergte heb ik het afgelopen jaar 63 soorten orchideeën weten te fotograferen. Net als veel andere planten zijn de meeste orchideeën gebonden aan een zeer specifiek milieu. Sommige soorten waaronder bv. vele leden van het geslacht Ohrys kunnen groeien op zeer dorre en droge vlakten en in de volle zon. Andere soorten groeien vnl. in het bos (bv het Bleke bosvogeltje), in weilanden (Slanke harlekijn) of in drassige bodems, zoals de Moeras wespenorchis. In deze post wil ik proberen om een overzicht te schetsen van de verschillende geslachten van wilde orchideeën die te vinden zijn in dit fraaie gebergte. De toepassing van het genetische onderzoek heeft de afgelopen 15 jaar nogal wat naamsveranderingen veroorzaakt. Bv. de wetenschappelijke naam van de bekende Aangebrande orchis is veranderd van Orchis ustulata in Neotinea ustulata. Ter verduidelijking, in deze post wordt in grote lijnen de tegenwoordige naamgeving volgens Bateman gevolgd.  

We beginnen met het geslacht Bosvogeltje (Cephalanthera). Alle drie de in West-Europa voorkomende bosvogeltjes zijn ook in het Cantabrisch Gebergte aanwezig. Het Witte bosvogeltje (C. longifolia), het Bleke bosvogeltje (C. damasonium) en het Rode bosvogeltje (C. rubra). Hoewel we niet kunnen spreken van algemene orchideeën zijn er van alle drie de soorten verscheidene populaties met vele honderden individuen gevonden. 

Van het geslacht Wespenorchis (Epipactis) zijn er 7 vertegenwoordigers waargenomen: De Bruinrode wespenorchis (E. atrorubens), een zeer zeldzame orchidee die echter soms lokaal toch zeer talrijk kan zijn; De Brede wespenorchis (E. helleborine), een in Europa algemene soort die hier eigenlijk zelden bloeiend wordt aangetroffen.  De onopvallende Kleinbladige wespenorchis (E. microphylla), een in het Cantabrisch Gebergte uiterst zeldame orchidee. De Moeras wespenorchis (E. palustris), geen algemene orchidee waarvan er toch flink wat vindplaatsen zijn gelokaliseerd. De Epipactis bugacensis die vnl. langs rivieren groeid. De vrij algemene Epipactis tremolsi en een grote populatie van vele honderden, zo geen enkele duizende exemplaren van de in onze bergen zeer zeldzame Epipactis kleinii.

Van de twee vertegenwoordigers van het geslacht Limodorum is tot op heden alleen de Paarse aspergeorchis (L. abortivum) gefotografeerd. Deze zon en kalk lievende orchidee groeid vnl. tussen Portugese eiken (Quercus faginea) en altijd groene eiken (Quercus ilex).



Van het geslacht Neottia zijn er twee soorten gefotografeerd: Het Vogelnestje (Neottia nidus-avis) en de Grote keverorchis (Neottia ovata). De eerste orchidee wordt vnl. gevonden in beukenbossen, terwijl de keverorchis beduidend minder kieskeurig is wat leefmilieu betreft. Deze laatste die tot voor kort tot het geslacht Listera werd gerekend, is een goed voorbeeld van de recente naamsveranderingen.

Van de weinig opvallende Schroeforchideeën (Spiranthes) zijn zowel de Zomerschroeforchis (S. aestivalis) als de Herfstschroeforchis (S. spiralis) present.  De eerste is vrij zeldzaam in het Cantabrisch Gebergte, hoewel de bloeitijd in augustus en de weinig opvallende gestalte ongetwijfeld heeft geleid tot een onderschatting van de werkelijke verbreiding. Tenminste, in een cirkel van enkele tientallen kilometers rondom mijn woonplaats hebben we misschien wel 10 populaties gevonden. Voor de Herfstschroeforchis geldt eigenlijk hetzelfde verhaal, hoewel deze orchidee in het oosten van de Cordillera (=gebergteketen) meer algemeen is.


VogelnestjeZomerschroeforchisBergnachtorchis

Het geslacht Nachtorchis (Platanthera) telt twee vertegenwoordigers. Van de zeldzame Bergnachtorchis (P. chlorantha) zijn er een vijftal populaties gevonden met in het totaal zo´n 300 exemplaren. Wat betreft de eveneens zeldzame Welriekende nachtochis (P. bifolia) hebben een aantal gerichte zoektochten groot succes opgeleverd en wel in de vorm van een flink aantal tot nu toe onbekende populaties.

Dactylorhiza maculata
Van het bekende geslacht Muggenorchis (Gymnadenia) zijn er vier soorten vastgelegd. De algemene Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea) is op talloze plaatsen en in meerdere leefmilieu´s te vinden, vooral op enigzins vochtige bodem. De zeer zeldzame Gymnadenia densiflora, vaak beschouwd als een variant van de Grote muggenorchis, heeft een zeer dichte bloeiwijze en een habitat die bestaat uit een geheel met water verzadigde bodem, vaak in combinatie met de Moeraswespenorchis. Beide feiten ondersteunen de claim tot een aparte soort, hoewel de uiteindelijke doorslag vermoedlijk wel zal worden gegeven door genetisch onderzoek.
De Welriekende muggenorchis (Gymnadenia odoratissima) is nog zeldzamer dan de vorige soort en pas het afgelopen jaar aan de verzameling toegevoegd. De vroeger tot het geslacht Vanilleorchis (Nigritella) gerekende Gymnadenia gabasiana is een endemische orchidee van het Cantabrisch Gebergte en de Pyreneeën. Een laatbloeiende orchidee die in augustus alleen rondom de hoogste bergtoppen is te vinden.


Ook van het geslacht Handekenskruiden (Dactylorhiza) is het verschil tussen soorten en ondersoorten soms enigzins onduidelijk. De Handekenskruiden zijn in te delen in vijf groepen, genoemd naar een soort die karakteristiek is voor elke groep.
Van de Sambucina groep zijn er in het Cantabrisch Gebergte 3 vertegenwoordigers: De Vlierorchis (D. sambucina), een gele orchidee met vele rode spikkeltjes op de lip. Deze orchidee kan soms ook paarsrood van kleur zijn; De D. insularis, iets slanker van postuur dan de vorige, met slechts twee flinke rode stippen op de lip (soms vier) en een dunner en rechter spoor. Ook de de D. sulphurea (markusii) is geel en heeft een lip zonder rode stippen. 
De Incarnata groep telt slechts één component, nl de Vleeskleurige orchis (D. incarnata), liefhebber van sompige terreinen en beekoevers. 
Ook van de Majalis groep komt er in het Cantabrisch Gebergte slechts één orchidee voor, en dat is de Grote rietorchis (D. elata). De in Nederland voorkomende Brede orchis (D. majalis ssp majalis) en de Rietorchis (D. majalis ssp praetermissa) komen hier niet voor. 
De Maculata groep heeft 3 leden, tenminste als we de Heideorchis (D. ericetorum) tot een zelfstandige soort rekenen. Deze orchidee kan ook worden opgevat als een wittige variant of ondersoort van de Gevlekte orchis (D. maculata). Beide soorten houden van een vochtige zure bodem, in tegenstelling tot de Bosorchis (D. fuchsii) die we vnl. vinden op iets minder vochtige kalkbodems.
De vijfde groep wordt gevormd door de Groene nachtorchis (D. viridis), die tot voor kort tot het aparte geslacht Coeglossum werd gerekend.
 


Gymnadenia conopsea
Gymnadenia gabasiana
Gymnadenia odoratissima
Dactylorhiza incarnata
Dactylorgiza insularis


Van het geslacht Tongorchis (Serapias) hebben we drie soorten gelokaliseerd. De Gewone tongorchis (S. lingua) is een redelijk algemeen voorkomende orchidee, terwijl de Brede tongorchis (S. cordigera) vnl. voorkomt in de lagere en klimatologisch zachtere gedeelten van de Cordillera (Asturias en Cantabria). De Kleine tongorchis (S, parviflora) is een uiterst zeldzame en bovendien zeer onopvallende orchidee, waarvan we het afgelopen jaar een lokatie op slechts enkele kilometers van onze woonplaats hebben gevonden. De Lange tongorchis (S. vomeracea) is in het uiterste oosten van het Cantabrisch Gebergte voor het eerst waargenomen in 2006 door de Nederlander Venhuis, deze orchidee is (nog) niet gefotografeerd.

Brede TongorchisGewone TongorchisBlesharlekijn

Het genetisch onderzoek heeft geleid tot een flinke toename van het geslacht Anacamptis, die is gegroeid van één naar vijf soorten. Het in onze streken vrij algemene Hondskruid (A. pyramidalis) is nu niet meer de enige vertegenwoordiger van dit geslacht. De nogal zeldzame Blesharlekijn (A. champagneuxii), komt bijna altijd voor in gezelschap met de Slanke harlekijn (A.picta).




Anacamptis coriophora

Anacamptis pyramidalis

Neotinea maculata

Neotinea ustulata

Orchis mascula

Langs de zuidrand van het Cantabrisch Gebergte is deze laatste een zeer algemene orchidee, die soms in velden van honderdduizenden stuks staan te bloeien. De Vlinderorchis (A. papilionacea) is een in het gehele gebergte zeer zeldzame plant, die rondom mijn woonplaats eigenlijk niet voor behoord te komen. Desondanks hebben we verscheidene grote populaties aangetroffen. De Wantsenorchis (A. coriophora) voelt zich thuis op vrij vochtige en liefst zure bodems. 
Het geslacht Neotinea is onlangs uitgebried met de Aangebrande orchis (N. ustulata, voorheen Orchis ustulata), die verspreid op vele plaatsen is gevonden. Het tweede lid is de Nonnetjesorchis (N. maculata), een zeer zeldzaam orchidee, waarvan zowel exemplaren met witte bloemen en ongevlekte bladeren als individuën met roze bloemen en gevlekte bladeren zijn geinventariseerd..
Ondanks het verlies van verschillende leden die overgeheveld zijn naar het geslacht Anacamptis, blijft het geslacht Orchis toch een indrukwekkend aantal orchideeën tellen. In onze streken zijn er negen soorten, waarvan er vier ronduit zeldzaam tot zeer zeldzaam zijn, te weten: De Bleke orchis (O. pallens), de Stippelorchis (O. provincialis), de Orchis italica en de in Spanje uiterst zeldzame Orchis spitzelii. Het Soldaatje (O. militaris) wordt eigenlijk alleen maar in Burgos aangetroffen. De Purperorchis (Orchis purpurea) is in het westen vrij zeldzaam , maar wordt meer algemeen naar het oosten. De Orchis langei lijkt veel op een slanke variant van de zeer algemene Mannetjesorchis (O. mascula). Ook de nieuw toegevoegde Poppenorchis (O. anthropophora, voorheen de Aceras anthropophorum) is algemeen.
Het geslacht Himantoglossum wordt vertegenwoordig door de vrij algemene Bokkenorchis (H. hircinum), die vooral rondom mijn woonplaats veelvuldig voorkomt, en de onlangs tot het geslacht toegevoegde Reuzenochis (H. robertianum, voorheen Barlia robertiana).

Orchis militaris

Orchis pallens

Orchis spitzeli

Ophrys apifera

Ophrys castellano

Deze laatste is een liefhebber van zachtere winters en komt daarom eigenlijk alleen maar voor aan de noordkant van het gebergte, op hoogten onder de 700 meter.
Ook geslacht Spiegelorchys (Ophrys) telt een groot aantal leden, maar liefst 11 soorten; hoewel het verschil tussen soort en ondersoort niet altijd even duidelijk is. De soorten waar men het algemeen over eens is en die in het veld duidelijk zijn te onderscheiden noemen we eerst: De Bijenorchis (O. apifera), die verspreid en meestal in kleine aantallen tegelijk voorkomt; de Vliegenorchis (O. insectifera), nogal zeldzaam en geen liefhebber van grote droogte; de Gele spiegelorchys (O. lutea), ook zeer zeldzaam, maar waarvan er rondom mijn woonplaats toch meer dan een tiental populaties is gevonden (hoewel ze geacht worden om in de provincie León zelfs niet voor te komen!)

Ohrys speculumOphrys luteaOphrys tenthredenifera

De Sniporchis (O. scolopax) o.a. herkenbaar aan het duidelijk vooruitstekende aanhangsel onderaan de lip. Van de in het Cantabrisch Gebergte uiterst zeldzame Ophrys speculum hebben we in de provincie León (ver ten westen van het bekende verspreidingsgebied) één populatie gevonden. De Ophrys tenthredenifera is vooral in onze streek erg talrijk. De Bruine ophrys (O. fusca) is zowel langs de noordrand als langs de zuidrand van de Cordillera Cantábrica gevonden, terwijl de Ophrys bilunata en de Ophrys dyris (beide ook wel gezien als ondersoorten van de O. fusca) alleen aan de zuidrand zijn waargenomen. Van de groep der Spinnenorchissen zijn de volgende soorten gefotografeerd: de Spinnenorchis (O. sphegodes), de Ophrys castellano, Ophrys incubacea en de Vroege spinnenorchis (O. araneola). Ook hier bestaat geen eenduidige mening over de verschillende soorten en/of ondersoorten.



3 opmerkingen:

  1. Wow...... wat een prachtige opname Marius.
    Ik weet dat er heel veel wilde orchideeën zijn maar ik zie hier orchideeën die ik uiteraard nog nooit gezien heb. Je openings- foto is trouwens ook van een prachtige orchidee. Ook zijn je foto's heel mooi scherp en prachtig van kleur. Een mooi en heel interessant blog met een schat aan informatie.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Helma, bedankt voor zoveel waarderende woorden, maar ik maak elk jaar tienduizenden foto´s. Ik wil maar zeggen, dan moeten er toch wel een paar goeie tussen zitten, toch!? De openingsfoto is een Ophrys speculum, de meest westelijke vondst in heel Spanje en die ik het afgelopen jaar vlakbij mijn woonplaats heb aangetroffen. Eigenlijk was ik al van plan geweest om 300 km naar Logroño te rijden om ze daar te gaan zoeken, maar dat was nu niet meer nodig.

    groetjes

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een prachtige serie zet je hier neer Marius, al die namen, je lijkt wel een wandelende encyclopedie :-)
    Bedankt voor deze gedetailleerde en boeiende uitleg!
    Groetjes, Dominic

    BeantwoordenVerwijderen